Inleiding concerten De aarde zingt
De zomer vangt aan met de stralende vorm en gulle kleuren van de passiebloem en zo openen wij dan ook dit concert: Caritas abundat omnia , de liefde overvloeit alles. Deze liefde in het gezang van Hildegard von Bingen is warm van klank en rijk en overdadig, je hóórt haar uitvloeien in de melodieuze lijnen die Hildegard zo eigen zijn.
De zomer nodigt ook uit om je met heel de aarde te verheugen over alles wat er groeit en bloeit, een vreugde die zich uit in de lange psalmodie van het canticum Benedicite.
Maar de zomer is niet alleen rijk en overdadig: de dode merel toont ons ook in dit seizoen onze vergankelijkheid. Wij zingen: in te speravi, Domine, in manibus tuis tempora mea: op U vertrouw ik, Heer, in Uw handen ligt heel mijn leven.
In de herfst verandert de wereld van kleur, we zien dit in het gele herfstblad. Ons eerste herfstgezang Alleluia, zend Uw Geest, u zult het aanschijn van de aarde vernieuwen.
Maar in de herfst schuilt eveneens de angst voor wat komen gaat: voor de donkerte, de kou, de eenzaamheid. Daarom zingen we: Verlicht mijn ogen, opdat ik de doodsslaap niet inga.
In de kunstwerken zien we het bijzondere licht door een blaadje schijnen en de opgerichte gele kelk van de pompoen bloem wat ons inspireert om te zingen: Heer, mijn Heer, voor U waak ik vanaf het morgenlicht. Zo hopen we dat de duisternis ons eigen – innerlijke – licht niet dooft. En voor de dagen dat dit wel gebeurt, de dagen dat de herfst alles verdort en rot maakt, vragen we om troost met het gezang Consolamini.
In de winter is de bloei definitief voorbij, we zien het en zingen: voor ik geboren werd, kende U mij, nu geef ik U, mijn schepper, mijn ziel terug.
Dan kijken we soms reikhalzend uit naar een nieuwe lente, verbeeld door rozenbottels die fier de lucht in steken en we zingen: de ogen van allen zien hoopvol naar U Heer, U geeft hun te rechter tijd spijs.
Maar uiteindelijk leggen we ons neer bij de stilte van de winter, met de tekst In pace: In vrede leg ik mij neer en sluimer ik in. Na dit gezang zullen we een paar minuten stilte inlassen, het concert is dan nog niet voorbij.
Want daarna barst de lente los: De Heer zal ons zijn zegen schenken en de aarde zal vrucht dragen. Alles wil weer openbarsten. Het prachtige licht op de foto wordt bezongen in de hymne Lux aeterna het eeuwige licht.
In het kwetsbare rabarber blaadje dat uit de grond steekt, kunnen we misschien de Heilige Geest zien, die we bezingen met de tekst van Hildegard von Bingen: Levengevend leven, alles oprichtend en weer tot leven wekkend.
Als je een jaar lang je tuin bekijkt, bevoelt en fotografeert kun je aan het eind met recht zingen: Alleluia, zingt voor de Heer een nieuw gezang, want wonderen heeft hij gedaan.
Hanneke van der Grinten, dirigent Voces Caelestes